zondag 26 december 2010

Ochtendgloren

Terwijl ik loop door het witte bos, kraakt de sneeuw zachtjes onder mijn schoenen. De lucht is nog donker en de zon zal zich voorlopig nog niet laten zien. Ik vind dit een van de mooiste momenten van de dag. De wereld slaapt nog, terwijl de natuur heel langzaam ontwaakt. Ergens ritselt er wat. De merels beginnen al met hun zoektocht naar voedsel, de koude nacht heeft veel energie gevergd dat zo snel mogelijk aangevuld moet worden.
Toch zijn de geluiden gedempt door de zachte dikke witte deken, die zich nu over het hele bos uitstrekt. De konijnen zijn al buiten geweest te zien aan hun vele sporen, die door het bos en door de velden lopen.
Er straalt een apart gevoel van rust uit , ondanks de donkere wolken is het bos licht en helder door de lichte witte ondergrond. Bijna reflecterend zodat ik toch mijn pad kan vinden. Hier en daar begint er wat te tjilpen, het onmiskenbare geluid van meesjes. Vergezeld door het hele zachte hoge geluid van de goudhaantjes die hoog boven in de boomtoppen dansen.
Ik sta hier stil, genietend van het warme gevoel dat me omarmd. Hier voel ik me niet meer alleen. Hier voel ik de liefde die altijd al bij me was sluimerend en spijtig dat er zoveel tijd verloren is gegaan.
Ik kijk omhoog naar de sneeuw die dwarrelend uit de lucht valt, de vlokjes die steeds groter worden vallen als koude kusjes op mijn gezicht. De witte vlekjes met de donkere achtergrond geven de lucht een sprookjesachtige aanblik.
Het kind in mij komt naar boven, eigenwijs mijn muts afgooiend, mijn haren die nat worden, ik geniet met volle teugen en voel dat ik leef.
Staat de tijd stil of vliegt hij nu juist voorbij? Een vreemde gewaarwording als ik probeer dit moment zo lang mogelijk vast te houden. Dat dit niet lukt blijkt als de eerste mensen alweer op de achtergrond te horen zijn.
Schreeuwend naar de hond die niet wil luisteren verstoren ze wreed de vredige rust die er zoëven heerste. Geen respect, schiet er geïrriteerd door mijn hoofd.
De sneeuwbui neemt langzaam af en de omgeving wordt weer lichter. Een sperwer deelt even zijn moment, zwevend op slechts drie vleugelslagen tussen de bomen door om even op een tak te landen, net genoeg tijd om oogcontact te maken voor hij zijn vlucht vervolgt. Een gevoel van respect overheerst.
Als hij verdwenen is blijf ik nog even staan, nagenietend van het moment,en zie hoe de struiken ineens weer tot leven komen, kleine zangvogels die de aanval hebben voorzien durven zich weer te laten zien.
Weer voel ik die zalige warme deken van liefde om me heen, me geruststellend dat ik niet eenzaam hoef te zijn, mij verzekerend dat ik deze problemen ook aan kan en ik geniet terwijl mijn lichaam trilt.
Helaas ook dit gevoel mag ik niet vasthouden en
mijn hart breekt weer even en huilt zachtjes als ik realiseer dat het langzaam weer tijd is om te moeten gaan, als ik mijn liefde weer moet loslaten, en weer moet laten gaan. Even voel ik me weer verloren, en ik slik een traan weg om te proberen dapper de realiteit tegemoet te gaan